Je software moet altijd toonbaar zijn

“Sorry, vandaag kunnen we niets laten zien, onze build werkt niet.”

“Sorry, vandaag kunnen we niets laten zien, we zijn aan ‘t refactoren.”

“Sorry, vandaag kunnen we niets laten zien, we zijn aan de databaselaag aan het werken (of de servicelaag of API of infrastructuur of …)”

Hoor je dit vaak van je softwareteam? Dan heb je waarschijnlijk een probleem.

Als je zelf software gaat (laten) bouwen, ga je op expeditie met je boot. Daar heb ik het vorige keer uitvoerig over gehad. Een heel belangrijk aandachtspunt is dit:

Zorg dat je steeds weet waar je bent.

Ik weet het, dat klinkt wat dwaas. Hoe kun je nu niet weten waar je bent? Toch is dit één van de belangrijkste redenen dat ik softwareprojecten zie mislukken: de beslissingsnemers weten niet waar ze zijn.

Het is de taak van je bemanning om je te laten weten waar je bent. Een veel gebruikte manier hiervoor is een demo. Elke week (of elke twee weken) laten ze je zien wat er op dat moment gebouwd is. Zo krijg jij een gevoel van waar je staat en hoe ver het nog is tot aan je doel. Eis die demo.

Wanneer een softwareteam software niet kan tonen, wil dat vaak zeggen dat het te moeilijk is om ze te compileren (te “builden”, in het jargon). Iets dat moeilijk is, wordt niet vaak gedaan. Software die niet vaak gebuild wordt, wordt ook heel weinig getest. Iets dat weinig getest wordt, is waarschijnlijk van bedenkelijke kwaliteit.

Daarom heb ik een gouden regel voor het bouwen van software:

Zorg dat je op elk moment iets kan tonen.

Dat is de enige manier om te weten waar je bent.

Stel je voor dat je de oversteek maakt van Europa naar Amerika, en halverwege kan je je positie niet bepalen. Hoe ga je dan ooit de overkant bereiken?