Smartschool bekeken als softwarebouwer
Hier en daar zie ik mensen hun frustraties uiten over hoe slecht Smartschool werkt. Ik begrijp die frustraties. Ook de scholen van mijn kinderen werken ermee. Het is heel lastig om aan schoolwerk te willen beginnen en dat niet te kunnen.
De frustraties worden heel scherp verwoord. "Amateurs." "Belabberde software." "Slechte architectuur."
Ik heb daar een dubbel gevoel bij. Als je een softwareproduct ontwikkelt, moet je continu keuzes maken. Bij elke keuze kan je beslissen om een snelle, gemakkelijke oplossing te gebruiken - wat velen dan "quick and dirty" noemen - of je kan beslissen om voor een quasi perfecte oplossing te gaan.
Hier is het probleem: een quasi perfecte oplossing kost heel veel tijd en geld. Meer nog: een helemaal perfecte oplossing is onbereikbaar. Als product owner moet je een positie kiezen op de as tussen "quick and dirty" en "perfect en nooit af". Elk uiteinde van dat spectrum is een slechte keuze. De vraag die je moet beantwoorden, is "wat is goed genoeg voor de situatie waar mijn product zich nu in bevindt?"
Smartschool is niet het enige product dat dit soort kritiek te verwerken krijgt. Ik heb er zo al veel zien passeren. Maar ik heb ook al heel veel startende softwareproducten gezien die van meet af aan klaar wilden zijn voor een miljoen gebruikers. Die hebben nooit dat soort kritiek gekregen. Niet omdat ze zo goed waren. Wel omdat niemand ze gebruikt. Ze zijn immers nooit gelanceerd geraakt.
Welk product wil jij bouwen? Een perfect, ongebruikt stuk software, of een platform dat door een hele bevolking gebruikt wordt?
(Disclaimer: net als de mensen die hun frustraties uiten, ken ik Smartschool enkel als gebruiker. Ik heb geen professionele contacten met hen.)
(Photo by Feliphe Schiarolli on Unsplash)